De tweede serie van Romanzo Criminale gaat gewoon verder waar de eerste ophield: bij de dood van Libanese, een van de drie leiders van de bende van Magliana. Ter herinnering: de bende teisterde van eind de jaren zeventig tot in de jaren tachtig Rome met hun brute overvallen en drugshandel. De reeks is gebaseerd op het boek De bende van Magliana - later heruitgegeven als Romanzo Criminale - van Giancarlo de Cataldo, die nauw betrokken was bij de rechtszaak tegen de bende.
Libanese is dus dood, en het zal niet verwonderen dat hij vermoord werd. Een deel van deze tweede reeks staat in het teken van de wraak. Wie heeft de moord op zijn geweten? Vooral Freddo doet zijn uiterste best de bende samen te houden, maar samen met de geest van Libanese lijkt ook de samenhang tussen de bendeleden te verdwijnen. De houding van Dandi, de derde leider, helpt ook niet veel: hij is vooral bezig met zijn eigen zaakjes, zijn weerspannige geliefde Patrizia, het veiligstellen van zijn fortuin, zijn vriendschapsbanden met de maffia.
Intussen sluit het net zich rond de bende. Commissaris Scialoja zoekt nog steeds naar zwakke plekken in het strakke pantser rond de bende. Maar ook de maffia en de geheime dienst leggen graag hun eigen wil op. De achterdocht tussen de ooit gezworen kameraden en de achter de rug van Freddo uitgevoerde klusjes brengen het eindpunt nabij. De serie eindigt met een groots opgezette rechtszaak tegen de bendeleden.
Wie de eerste reeks gezien heeft, weet plus minus waaraan zich te verwachten. Een gangsterepos met veel bloedvergieten, met politieke inmenging en misleiding. Het tragische einde van de bende, eindelijk gevat door justitie, maar vooral ten onder gegaan aan hoogmoed en achterdocht. Als het niet zo'n meedogenloze bruten waren, zou je nog medelijden krijgen ook.